180509 – zand

Vermoeidheid maakt mij een goede natuur-observant, vandaag.

Uitgeblust op de bank gezegen viel mijn oog, na een half uurtje wezenloos het gebladerte gestaard te hebben, op een eekhoorn, die ijverig takjes van de eik beet en die steeds naar een plek (uit mijn zicht) bracht alwaar hij, of zij, enige tijd bleef rommelen. Een nest in aanbouw? Een ander kwam kijken, maar dat werd niet op prijs gesteld zodat wilde achtervolging door de boomtoppen volgde.

Later brak de zon door en toog ik naar de hei, waar een boomstronk in de stille zon mij wederom tot geluier en gemijmer verleide, tot ik onbedoeld, in een soort standbeeld veranderd was. Daar kan geen schuilhut tegenop. Mijn ogen, die net als vanmorgen in het groen verzeilden, hier een mengsel van gras en opkomende heide, zagen opeens een haas, die zich naar een plekje warm zand begaf, waar hij, of zij, alweer niet bekend, in ging wentelen als een jonge hond. Een zand bad? Aan het formaat te zien een jong beest trouwens.